“Soms maken we heftige dingen mee”, vertelt Roos. In Zambia runt zij het counseling programma. Zo nu en dan deelt ze verhalen over de impact van haar werk. Want ze zegt lachend: “Ook al is de farm de helft van al het werk, verhalen van mensen raken een andere snaar.”
“Zo hadden we drie maanden geleden een groep meiden van het safe house uit Kabwe hier over de vloer. We deden wat leuke spelletjes met ze, maar ook een sessie met de paarden. De opdracht was om een eigen plekje te creëren in de bak. Ze mochten zelf weten waar en hoe groot en wat voor materialen. Sommigen gingen gelijk aan de slag: hoge stellages, dikke muren. Anderen zaten lang te denken.
Uiteindelijk had iedereen iets gemaakt en werden de paarden toegelaten tot de bak. De uitdaging was om het paard buiten jouw fijne plekje te houden. Want dat plekje is van jou en van niemand anders. Voor verschillende meiden was dat een uitdaging, anderen zeiden makkelijker: ‘stop, ik wil jou hier niet.’ Eén meisje had met ijzeren stangen een rondje om zichzelf gemaakt. Ze had één grote opening gelaten. Ik vroeg: ‘Wat interessant, waar gebruik je deze opening voor?’. Dat wist ze zelf ook niet. ‘Wil je ‘m open houden of dicht maken?’. Ze wilde de opening toch dicht maken.
De achtergrond van dit meisje was dat deze tijd de laatste week in het safe house zou zijn voor haar. Daarna zou ze gaan studeren. Vlak voor die transitie zou ze nog langsgaan bij haar vader. Dat was op z’n zachtst gezegd geen prettige man. Er was natuurlijk een reden voor dit meisje om naar het safe house te gaan.
Ik had een gesprekje met haar over de nieuwe fase die in haar leven zou komen. In de paardenbak zei ik: ‘Er gaat een nieuwe fase in je leven komen waar mensen misschien in jouw hart / je eigen veilige plekje willen toetreden. Wat ga je dan doen? In je studententijd zullen andere studenten uitgaan en veel gaan drinken bijvoorbeeld. Ga je dan ook mee drinken? Ze stond daar stevig en zei: ‘Nee, dit zijn mijn waarden en dat ga ik echt niet doen.’
Dat was echt een grote verandering sinds haar komst bij het safe house. Een paar weken later ging ze naar haar vader. Hij had niet de beste bedoelingen en het meisje voelde dat het niet klopte. In plaats van dat ze zwichtte voor de druk van haar vader, realiseerde ze zich ‘Ik ben een kind van God, ik wil dit niet’. Ze sprak deze zinnen uit tegen haar vader en is toen vertrokken.
Terug in het safe house zei een leider dat ze dat heel goed had gedaan en vroeg: ‘Wat heeft jou die kracht gegeven? Hoe kwam het dat je dat kon doen?’. Ze zei: ‘Het was net alsof ik in de paardenbak stond bij Roos. Die ervaring hielp mij om nee ze zeggen.’
Wat dit meisje geoefend had op een laagdrempelige manier in de paardenbak, kon ze nu toepassen op een moeilijke situatie. Ik vond dat ontzettend bijzonder. Toch vraag ik me altijd af na een sessie met de paarden of het echt een verschil gaat maken in het dagelijks leven. Deze meisjes zijn zo beschadigd, zo onzeker. Ik was zo ontzettend bemoedigd door dit meisje en haar verhaal.”
Geschreven door Rozemarijn van Vuuren. Ze woont en werkt met haar gezin in Zambia. Meer weten? Bezoek de pagina.